Overslaan en naar de inhoud gaan
eet niet te weinig

Eet zeker niet te weinig

De energiebalans

Het is zeer belangrijk om een evenwicht te bewaren tussen de energie die je inneemt via voedingsmiddelen en de energie die je nodig hebt gedurende de dag. De energiebalans kan zowel negatief als positief zijn. Als je meer eet dan je verbruikt, bekom je een negatieve energiebalans. Het overschot aan energie dat je die dag niet gebruikt hebt, wordt opgeslagen in het lichaam. Deze opslag gebeurt meestal onder de vorm van vet. Indien je minder energie opneemt dan je verbruikt, is er sprake van een positieve energiebalans. Je verbrandt meer dan je hebt opgenomen. Je gebruikt reserves die in het lichaam zijn opgeslagen. Hierdoor kan je gewicht verliezen. Het is dus zeer belangrijk deze balans in evenwicht te houden.

 

Nadelen van weinig te eten

Wanneer je op een bepaald tijdsstip beslist om niet of minder te eten, zal je lichaam hierop reageren. Hoogstwaarschijnlijk niet meteen, maar na een paar uurtjes zal je lichaam aangeven dat het energie nodig heeft. Dit is het moment waarop je de neiging krijgt om naar een ongezonde snack te grijpen. Het is snel en gemakkelijk en daardoor de ideale optie. Dit lokt juist het fenomeen van overcompensatie uit, waardoor je meer energie inneemt dan bij een gewone maaltijd. Daardoor komen er op termijn kilo’s bij, in plaats van dat ze er af gaan.

Deze overcompensatie kan je deels voorkomen door een stuk fruit te nemen in plaats van naar een energierijke snack te grijpen. Fruit is veel groter in volume en zorgt voor een langer verzadigingsgevoel. Groenten hebben hetzelfde effect.

Een voorbeeld

1 Frangipane Lotus weegt 52 g en bevat 228 kcal. 1 appel weegt 150 g en bevat 51 kcal.

De appel is qua volume veel groter dan de frangipane, waardoor de appel je een verzadigd gevoel geeft, in tegenstelling tot de frangipane.

 

Bloedglucosegehalte

Er wordt gestreefd naar een gestabiliseerd bloedglucosegehalte. Dit wil zeggen dat het aantal glucosemoleculen in het bloed gedurende de dag ongeveer stabiel moet blijven.

Je hebt waarschijnlijk al eens momenten gehad hebben dat je in een dipje zit en je ineens heel moe voelt. Op dat moment is er te weinig glucose in het bloed aanwezig. Het tegenovergestelde heb je waarschijnlijk ook al eens ondervonden, dat je juist overactief bent. Op dat moment is er teveel glucose in het bloed. Het is belangrijk dat er zo weinig mogelijk van beide uitersten voorkomen.

 

Regelmaat

Er wordt aangeraden volgende structuur te volgen:

  • Ontbijt
  • Tussendoortje
  • Middagmaal
  • Tussendoortje
  • Avondmaal

Laat hierbij telkens ongeveer drie uur tussen de verschillende maaltijden en plan niet meer dan vijf maaltijdmomenten in. Regelmaat is belangrijk om de stabiele bloedglucose te behouden en zo de dipjes of hypers te voorkomen.

 

Portiegroottes

De aanbevelingen van 2-3 stukken fruit per dag, 300g groenten, 1,5l water zijn niet voor iedereen even haalbaar. Wanneer je naar deze aanbevelingen al streeft, ben je al zeker op de goede weg. Indien het echt niet lukt om zo een grote porties te eten, dan is spreiden over de dag een mogelijkheid.

Een tip hierbij is ‘meten is weten’. Indien je het moeilijk hebt met het inschatten van een portie kan je deze wegen. Na een tijdje zal je het makkelijker kunnen inschatten.