Overslaan en naar de inhoud gaan
Insectenbeten

Insectenbeten

Warm weer brengt heel wat kriebelbeestjes met zich mee. Het gebeurt wel eens dat ze je ongemerkt bijten of steken. Vaak is het niet erger dan een vervelende jeuk, maar in sommige gevallen kan je het toch maar beter verzorgen. Wij maakten een overzichtje van de meest voorkomende insectenbeten en –steken.

 

Wespen, bijen, hoornaars en hommels
Bijen en hommels zullen voornamelijk steken als ze zich bedreigd voelen. Een wesp zal iets sneller tot de aanval overgaan. Een wesp kan meerdere keren steken, maar ze laten nooit een angel achter. De bij laat altijd een angel en een gifapparaat achter, de hommel zelden. De angel van de hoornaar is groter en gaat dan ook dieper dan die van de bij, waardoor eventuele reacties sneller optreden.

Je herkent het aan: een stekende pijn, zwelling, jeuk en rode huid.

Zo verzorg je het: als je het insect hebt kunnen identificeren en het blijkt om een bij te gaan, dan moet je zo snel mogelijk de angel verwijderen. Dit doe je door met een nagel, bankkaart of bot mes over de wond te schrapen. Gebruik geen pincet, want dan bestaat de kans dat je het gifapparaat opent, waardoor het gif zich sneller verspreidt. Als het om een hommel of een hoornaar gaat, hangt het ervan af of er een angel achterblijft.
Reinig de steek met water en eventueel zeep en ontsmet de wonde. De wonde koelen met ijs of een jeukwerende zalf aanbrengen kan verlichting brengen. Bij hevige pijn kan een pijnstiller helpen.

Bel de hulpdiensten of ga naar een arts als je in de keel of mond gestoken wordt, er wondinfectie optreedt, je door meerdere wespen of bijen gestoken wordt (voor een volwassene ligt de grens op 20) of er allergische reacties (shock, huiduitslag, hevige hoofdpijn, duizeligheid, ademhalingsproblemen …) optreden.

 

Muggen
Wist je dat enkel vrouwelijke muggen bijten? En dat het eigenlijk geen beet is, maar eerder een steek, waarna het bloed opgezogen wordt? Dit bloed is nodig voor de ontwikkeling van de eitjes. Om het stollen van het bloed te voorkomen, komt er via het speeksel van de mug een stof vrij. Het is hierop dat onze huid reageert. 

Je herkent het aan: jeuk, rode kleur en een bultje op de wonde.

Zo verzorg je het: vaak gaat de pijn vanzelf over. Het is belangrijk dat je niet krabt, want zo kunnen ontstekingen en littekens ontstaan. Om de jeuk te onderdrukken kan je een jeukwerende zalf aanbrengen. Soms ontstaat er een allergische reactie, waardoor de symptomen erger zijn dan normaal. In zo’n geval kan de arts je een antihistaminicum of een corticosteroïdezalf voorschrijven.

 

Dazen
De daas is een vrij agressief insect, waarvan ook enkel de vrouwtjes bijten. Ze bijten zich vast met hun kleine tandjes om bloed te zuigen, soms zelfs door dunne kleding heen.

Je herkent het aan: een kleine maar pijnlijke wonde waar vaak nog bloed aan hangt, jeuk, zwelling. Soms kan de reactie vrij hevig zijn.

Zo verzorg je het: koel de wonde met een natte doek of een washandje met ijsblokjes. Maak de wonde schoon en desinfecteer ze.

Ga naar een arts als de wonde na een paar dagen erg rood of pijnlijk wordt of als er korstjes op de huid komen. De kans is groot dat er een bacteriële infectie optreedt, wat relatief vaak voorkomt bij een dazenbeet. In dit geval kan antibiotica nodig zijn.

 

Mieren
Zowel rode als zwarte mieren kunnen bijten, maar de rode variant is een stuk agressiever. De beet is niet gevaarlijk, maar kan wel pijnlijk zijn.

Je herkent het aan: bij een beet van een zwarte mier heb je meestal last van jeuk en is er een klein rood vlekje zichtbaar. Rode mieren veroorzaken meer pijn, met een grotere zwelling en eventueel vochtblaasjes.  

Zo verzorg je het: krab niet aan de wonde, een zalfje kan verlichting brengen. Ontsmet de wonde met een desinfecterend middel. 

Ga naar een arts als je een allergische reactie vertoont.

 

Teken
Teken zijn geen insecten, maar spinachtigen. Ze kunnen niet springen of vliegen, maar wachten op planten of in gras tot ze zich op een slachtoffer kunnen laten vallen. De beet is niet gevaarlijk, maar kan wel o.a. de ziekte van Lyme overbrengen.

Je herkent het aan: vaak merk je een tekenbeet per toeval op, omdat de beet zelf pijnloos is. Teken hebben een voorkeur voor warme plaatsen (nek, enkels, oksels …), maar ze kunnen overal bijten. Meestal zit de teek nog vast aan je huid, maar het gebeurt ook dat ze loslaat. Na enkele uren begint de beet te jeuken. Hoe langer de teek in je huid zit, hoe meer jeuk. Doordat de teek zich langzaam volzuigt met bloed, wordt ze ook groter naarmate ze langer aan je huid vastgehecht zit.

Zo verzorg je het: verwijder de teek zo snel mogelijk. Bij de apotheek of in de supermarkt vind je speciale tekentangen. Je kan ook een pincet gebruiken. Afhankelijk van het type tang, moet je de teek recht of met een draaiende beweging verwijderen. Met een pincet trek je de teek er geleidelijk recht uit, met een stevige beweging. Reinig de wonde onder stromend water en ontsmet ze. Volg de wonde nauwgezet op.  

Ga naar een arts als je koorts of gewrichtspijn hebt na een beet, of als ringvormige vlekken rond de beet verschijnen.